Verbeelding van natuurgeweld

Strijd tegen het water

Storm van 1894

De strijd tegen het water maakt deel uit van de Nederlandse identiteit. Ook Scheveningen en zijn traditionele vissersbevolking zijn eeuwenlang geteisterd door de zee. Verschillende stormen, die telkens het uiterste van het vissersvolk vergden, worden in de tentoonstelling belicht, met als eindpunt de storm van 1894.

Deze desastreuze storm op de avond van 22 december 1894 zou het aanzien van Scheveningen voorgoed veranderen. Het betekende het einde van de traditionele visserij met de platte bomschuit en leidde tot de bouw van een haven. Ook voor de kunstwereld waren de gevolgen ingrijpend: Scheveningen was niet langer het pittoreske vissersdorp bij uitstek en vele kunstenaars trokken naar Katwijk.


Beeld: Jozef Israëls (1824-1911), Na de storm, 1858, olieverf op doek, Stedelijk Museum, Amsterdam (verworven met de steun van de VVHK).

Storm in de negentiende-eeuwse schilderkunst

De nietige mens

De tentoonstelling laat zien hoe Mesdag teruggreep op de thematiek uit de vroege negentiende eeuw. Stormen waren een populair onderwerp voor schilders als Andreas Schelfhout en Johannes Christiaan Schotel. Zij verbeeldden de nietige mens tegenover de vernietigende kracht van het natuurgeweld op romantische wijze.

De op Scheveningen werkzame kunstenaars Willem Antonie van Deventer, Louis Meijer en Jozef Israëls kozen er juist voor om de leegte na een storm te tonen. Hun poëtische schilderijen ogen bedrieglijk vredig; pas bij nader inzien ontvouwt zich het drama.

Naast de artistieke zeggingskracht, hadden de verbeeldingen van storm een maatschappelijke functie. Zo kwamen de tekeningen van kunstenaars als Schelfhout, en ook Mesdags schilderij van de storm, terecht in gedenkboeken: een traditie die vanaf de 18e eeuw niet alleen ontstond om rampen te herdenken, maar ook om geld in te zamelen voor de slachtoffers.

“toen den verschrikkelijke storm en hogen watervloed allerverschrikkelijkst woede… ben [ik] daar ooggetuigen geweest van een schouwspel, waarvan bij de herdenking mij het hart nog in een krimpt.” 

Schelfhout naar aanleiding van de storm van 1825 in Scheveningen.

Panorama Mesdag

Scheveningen van vóór de storm is op grootse wijze in het panorama afgebeeld. Het was de plek waar Mesdag zijn kenmerkende schilderkunst ontwikkelde en waar hij jarenlang met plezier had gewerkt, tot deze storm. De storm van 1894 raakte Mesdag persoonlijk, omdat hij besefte dat zijn geliefde Scheveningen nooit meer hetzelfde zou zijn. Zijn schilderijen van de storm staan symbool voor deze verandering.

Beeld: Andreas Schelfhout (1787-1870), De stranding van een schip te Scheveningen bij stormachtig weer, 1837, olieverf op paneel, Amsterdam Museum, legaat  C.J. Fodor.

  • Willem Antonie van Deventer (1824-1893), Na de storm, c. 1860-1870, olieverf op doek, Teylers Museum, Haarlem.
  • Andreas Schelfhout (1787-1870), Het strand te Scheveningen, 1825, Oost-Indische inkt en sepia op papier, Atlas van Stolk, Rotterdam.
  • Johannes Christiaan Schotel (1787-1838), Schepen op een onstuimige zee, 1826, olieverf op doek, Rijksmuseum, Amsterdam.