Mesdags Panorama

De totstandkoming

bouwtekening, dwarsdoorsnede van het panoramagebouw

Het Panoramagebouw aan de Zeestraat

Terwijl Mesdag zich richtte op het voorbereidende werk van het schilderij, en druk bezig was met de eerste potloodschetsen, kocht de Belgische panorama-onderneming twee percelen aan en achter de Zeestraat in Den Haag. Hier zou het gloednieuwe panorama komen te verrijzen.

Rotonde

De projectontwikkelaar van het rotondegebouw waarin het doek kwam te hangen was de architect Gerardus Klomp (1834-1882). Het was zijn idee om een steiger over een rails te laten rijden, voor het doek langs. Vanaf die steiger konden de schilders het ruim 14 meter hoge doek goed bereiken.

Faux-terrain

Bezoekers konden het geschilderde panorama na voltooiing bekijken vanaf een platform, of Belvedère, bovenop een nagebootst duin, voorzien van echt zand. Dit zogenaamde faux terrain is ingericht door de architect Cornelis Johan Laarman (1844-1889). Het is een belangrijk onderdeel van de beleving, omdat het bijdraagt aan de optische illusie, je ziet als kijker hierdoor immers de randen van het doek niet.

Het Panorama van Scheveningen, met in het midden het Belvedère.

Het Panorama van Scheveningen met op de voorgrond het zand met daarin voorwerpen en helmgras (faux-terrain).

De constructie van het doek

Het doek bestaat uit achttien aan elkaar gezette delen. Deze zijn opgespannen in een ring die aan de dakrand is bevestigd. Nadat het doek was opgehangen werd het ingesmeerd met lijmwater zodat het zou krimpen en straktrekken. Hierover werd een gronderingslaag aangebracht.

Raster

Daarna werd het doek, zoals wel vaker gebeurde bij panoramaschilderingen, voorzien van een raster. Deze getekende vierkanten van 1 bij 1 meter delen de compositie op in behapbare stukken. Met deze handige methode kun je heel precies een tekening of schilderij van klein formaat uitvergroten naar een groter doek.

Beeld boven: Doorsnede Panoramarotonde aan de Zeestraat in Den Haag.

Het schilderen van het Panorama

Immens project

Het schilderen begon op 29 maart 1881. Daarvoor had Mesdag de contouren al opgezet.

Tussen eind maart en eind juni werd zo’n 16 vierkante meter doek per dag beschilderd. Mesdag had de leiding over dit immense project, maar hij kon het niet allemaal alleen. Hij kreeg hierbij hulp van collega's.

Collega-schilders

Sientje Mesdag-van Houten (1834-1909) richtte zich als kunstenaar vooral op landschappen en stillevens. Zij wordt samen met Breitner verantwoordelijk gehouden voor enkele duinpartijen en het Dorp Scheveningen.

De destijds jonge kunstenaar George Hendrik Breitner (1857-1923) schilderde het dorp, veel figuren op het strand en ook de cavalerie.

Bernard Blommers (1845-1914) was een goede vriend en gewaardeerde collega van Mesdag, hij maakte de grote figuren in klederdracht bij het hek voor het strand, een vrouw met een kind.

Théophile de Bock (1851-1904), die pas een paar jaar actief was als kunstenaar toen hij gevraagd werd mee te werken. Hij schilderde een groot deel van de landschapspartijen.

Een ploeg Belgische Panorama-schilders, onder wie Edmond Winandy en Adrien Neybergh, hielp ook mee. Deze ploeg deed het grove werk: het uitwerken van de compositieschets en het opzetten van de water-, lucht- en duinpartijen. Ook schilderden zij de opzet van enkele gebouwen.

Opening

Het Panorama opende op 1 augustus 1881 voor publiek.

Bezoekers bij het panorama einde 19e-eeuw

Bezoekers bij het Panorama eind 19e-eeuw